Doelgroepen en hulpmiddelen
Fysieke beperking
Beperkingen in bewegen worden veroorzaakt door aandoeningen waarbij spieren en/of zenuwen niet goed of helemaal niet meer werken. Personen met deze aandoeningen zijn beperkt in het gebruiken van hun handen, armen en/of benen. Veel mensen met een loopbeperking maken gebruik van een hulpmiddel, zoals krukken, rollator, (elektrische) rolstoel of scootmobiel. Dit heeft gevolgen voor de maatvoering van gebouwen en terreinen, maar ook voor de eisen die aan de ondergrond gesteld worden.
Visuele beperking
Blinden en slechtzienden oriënteren zich op een andere manier dan mensen die goed zien. Hieronder meer informatie over hoe ze dat doen en wat dat betekent dat voor de wijze waarop ze zich door een stad verplaatsen.
Auditieve beperking
Bij een auditieve beperking is het gehoor in enige mate beperkt. De groep mensen met een auditieve beperking is heel divers: hun beperking varieert van een licht gehoorverlies tot volledige doofheid. Dit zorgt voor uitdagingen in het bewegen door een stad.
Cognitieve of verstandelijke beperking
Iemand met een verstandelijke beperking heeft een beperking in het intellectueel functioneren. Dit kan gepaard gaan met beperkingen in de sociale (zelf)redzaamheid.
De groep mensen met een verstandelijke beperking is zeer divers. Ernst en oorzaak van de beperking kunnen verschillen, evenals de leeftijd waarop het zich manifesteert en de bijkomende problemen.