Algemeen
Een geleidingsroute vormt een in twee richtingen te gebruiken, 1 dimensionale navigatie en bestaat uit twee elementen:
- Gidslijn : Dit zijn natuurlijke en reeds aanwezige structuren in het gebied die kunnen dienen om plaats en richting te bepalen.
- Geleidelijn : Dit zijn speciaal gemaakte routes in een gebied die zowel tactiel als visueel waarneembaar zijn.
Verdere kenmerken:
- Geleidelijnen liggen alleen in veilige, voor voetgangers bestemde, gebieden. Links en rechts van een geleidelijn bevinden zich obstakelvrije stroken met een breedte van ten minste 0,60 m
- Overhangende elementen op minder dan 2,50 m boven de geleidelijn (en de stroken links en rechts van de lijn) zijn niet toegestaan.
- Geleidelijnen zijn altijd in twee richtingen te gebruiken (dus geen eenrichtingsverkeer!).
- Een geleidelijn is, vanwege de vindbaarheid en gidsfunctie, contrasterend van kleur en textuur ten opzichte van de omliggende bestrating.
- Een geleidelijn bevat zo min mogelijk hoeken, knoop- en beslispunten.
- Daar waar gebruik gemaakt kan worden van gidslijnen in plaats van geleidelijnen moet dit zoveel mogelijk gedaan worden.
- Als er hoogteverschil in een geleidelijn als hoofdroute zit, dient er een alternatieve route aangeboden te worden in de vorm van een hellingbaan of lift.